Jennifer Fleischner – Mrs. Lincoln and Mrs. Keckly

Dit is een dubbelbiografie van Mary Lincoln, echtgenote van de Amerikaanse president, en Elizabeth Keckly, een zwarte vrouw met een bewogen leven die een boek zou schrijven over haar tijd als kleermaakster en vertrouwelinge in het Witte Huis. Ze groeiden in dezelfde periode op in het Zuiden van de V.S. maar bevonden zich aan verschillende uiteindes van het sociale spectrum.

Mary Todd (later Lincoln) lijkt een soort Kardashian. Haar hele leven bleef ze druk met uiterlijk vertoon. Materiële hebzucht was een kernwaarde in de kringen waarin zij opgroeide. Die zucht naar luxe zou haar later in grote problemen brengen. De auteur speculeert erop los wat betreft beweegredenen maar weet aannemelijk te maken dat luxe goederen voor Mary gekoppeld waren aan liefde.

Mary’s moeder overleed toen ze jong was, vader hertrouwde snel en stiefmoeder was koud naar de (talrijke) kinderen uit de eerste leg. De enige betrouwbare volwassene in haar jeugd was slavin Mammy Sally. Veel witte Zuidelijke kinderen groeiden op met dit soort scheve machtsverhoudingen gemixt met oprechte affectie. Die emotionele afhankelijkheid gecombineerd met het opeisen van de behandeling waar Mary vond dat ze recht op had, bleef een patroon in haar leven.

Lizzy Hobbs (later Keckly) was de dochter van een slavin en de heer des huizes. Voordeel had ze hier niet van: de toorn van de vrouw des huizes viel juist extra op haar moeder. Als 5-jarige moest Lizzy op de nieuwste baby van de mistress passen. Toen de baby per ongeluk uit het wiegje viel en ze in paniek het kind met een kolenschep weer terug probeerde te leggen, werd ze gesnapt. Voor het eerst kreeg Lizzy zweepslagen. Later maakte ze mee hoe haar 3-jarige neefje werd verkocht en dat haar oom zich ophing om aan de beloofde straf van zijn meester te ontkomen (voor iets waar hij niets aan kon doen). Kortom: het zware leven van een slavin.

Ik heb al veel van dit soort verhalen gelezen maar het brute geweld waar slaven aan werden blootgesteld blijft schokkend. Vanaf haar 20ste werd Lizzy 4 jaar lang verkracht door een witte man uit een invloedrijke familie, die daarnaast zijn eigen vrouw terroriseerde. Lizzy kreeg zo een zoon, nog lichter van kleur dan zijzelf. Ze moet zwaar getraumatiseerd zijn geweest.

Het blijft verbijsterend om te lezen hoe de Zuidelijke samenleving in elkaar zat. Hoe niemand ingreep bij systematisch geweld en hoe machtige witte mannen zonder problemen verkrachtend door het leven gingen. En ook hoe de slavernij zorgde voor stress bij iedereen: slaven waren permanent op hun hoede voor de volgende uitbarsting van de meester(es), slavenhouders waren constant bang voor een opstand. Lichtpuntje in deze periode was Abraham Lincoln, toen een jonge advocaat-politicus, die zich uitsprak tegen racistische moorden en mob violence.

Fleischner schetst een treffend beeld van de diverse woonplaatsen van Keckly en Lincoln (Kentucky, Illinois, Virginia, North Carolina, Missouri en Washington D.C.). Ze gebruikt veel verschillende bronnen en toont zo algemene historische ontwikkelingen en specifieke levenswandels. Ze brengt de 19e eeuw tot leven en maakt aannemelijk hoe mensen toen dachten. Zo zagen witte mannen in Illinois niets tegenstrijdigs in het afschaffen van de slavernij en tegelijkertijd een verbod invoeren op immigratie van vrije zwarten. Want dat ze tegen slavernij waren, wilde niet zeggen dat ze zelf tussen die enge ex-slaven wilden wonen.

Mary Todd zei als tiener al dat ze later met een toekomstige president zou trouwen. Als twintiger dacht ze er nog steeds zo over. Ze zette geen vraagtekens bij de voorgeschreven rol van vrouwen in die tijd maar was binnen die perken schaamteloos ambitieus. De familie waartoe ze behoorde was overal waar ze woonde onderdeel van de elite dus wat dat betreft zat ze goed. Na heel wat intriges trouwde ze met Abraham Lincoln, een zelfopgeleide boerenkinkel die zij en anderen uit haar kliek een flitsende toekomst toedichtten.

Lizzy werd als bezit doorgegeven binnen dezelfde familie en kwam zo in verschillende huishoudens op uiteenlopende plekken terecht. In St. Louis, Missouri, toen een metropolis aan de rivier met tienduizenden inwoners, woonde ze 12 jaar. Haar eigenaars daar waren al jaren bezig aan een economische val en Lizzy werd een zelfstandig werkende kleermaakster om meer geld binnen te halen.

De combinatie van geldgebrek en de goede connecties van de familie zorgden ervoor dat Lizzy leerde netwerken. Ze bouwde een goede reputatie op. De ingewikkelde, snel veranderende mode voor vrouwen in de jaren 1840 maakte een goede kleermaakster essentieel (voor wie dat kon betalen).

Lizzy ontmoette ene James Keckly, een vrije zwarte man, die haar ten huwelijk vroeg. Ze besloot dat ze niet zou trouwen tot ze zelf vrij was, om te voorkomen dat haar toekomstige kinderen automatisch het bezit van haar huidige meesters werden. Ze wilde zichzelf en haar zoon vrijkopen. Toen haar eigenaar eindelijk toestemde en de enorme koopsom van $1200 vaststelde, durfde ze wel te trouwen, ook omdat ze hoop in haar leven nodig had.

De wittebroodsweken waren snel voorbij. Haar man bleek niet vrij (waarschijnlijk was hij een gevluchte slaaf) en daarnaast een alcoholist. De eigenaar die had toegestemd in haar zelfkoop overleed. Wonder boven wonder stemden de overgebleven familieleden (en nieuwe eigenaresse) toe in het naleven van de deal. Alleen zou Lizzy, die ongeveer $3 per dag verdiende, nooit van haar leven het benodigde geld bijelkaar krijgen.

Ze wilde naar New York om daar financiële steun te zoeken maar uiteindelijk verscheen er een klant van haar, Mrs. Le Bourgois, met een deel van het geld en de belofte om de rest van het bedrag bij Lizzy’s vaste klanten (de vriendinnen van mevrouw Le B.) in te zamelen. En zo geschiedde. Voordat ze in 1860 naar Washington vertrok, hadden Lizzy en haar zoon de $1200 terugbetaald aan haar donateurs. Ze was te trots om de donaties als iets anders dan een lening te zien.

Van arme komaf, sympathiseerde Abraham Lincoln met slaven en andere onderdrukten en zijn speeches getuigen hiervan. Maar hij bleef wel een praktische politicus. Lincoln was tegen slavernij maar geen abolitionist. Het verbieden van de slavernij zou de Verenigde Staten verscheuren dus wilde hij voorkomen dat het zich naar nieuwe staten zou verspreiden, in de hoop dat het zo zou uitsterven. Abolitionisten wilden wel de slavernij afschaffen en vonden Lincoln’s “gematigde anti-slavernij” positie een pact met de duivel. (Ik kan ze geen ongelijk geven.)

Mary Lincoln was pro-slavernij maar steunde haar man. Ze zeurde haar leven lang over de incompetentie van Ierse kindermeisjes en huishoudsters, die in tegenstelling tot de “darkies” ontslag konden nemen als ze ze weer eens toeschreeuwde. In haar ogen was de wereld ingedeeld in sociale klassen en zaten zwarte mensen in de klasse die haar op haar wenken zou moeten bedienen. Zowel meneer als mevrouw Lincoln zag zwarte mensen als inferieur. Terwijl Abe vurig de grondwet en het bijbehorende gelijkheidsprincipe (“All men are created equal“) verdedigde, zag hij zwarte mensen niet als politieke of sociale gelijken.

Aanbevolen door dames uit de hoogste kringen van St. Louis, kreeg Lizzy Keckly in Washington een groeiende klandizie binnen diezelfde Zuidelijke elite. Terwijl het land afstevende op een burgeroorlog, maakte zij als vrije zwarte vrouw jurken voor de echtgenotes van o.a. Kolonel Robert E. Lee (die van de standbeelden die maar niet neergehaald worden en de protesten in Charlottesville waarbij een demonstrante vermoord werd) en Jefferson Davis, de toekomstige president van het afgescheiden Zuiden.

Nadat de Lincolns naar Washington verhuisden omdat pa president werd, werd Lizzy geselecteerd als Mary’s vaste kleermaakster. Het klikte omdat ze dezelfde culturele achtergrond hadden en Lizzy daardoor Mary’s verwachtingen begreep. Lizzy wist om te gaan met Mary’s veeleisendheid en grillige karakter.

In de tweede grote slag van de Amerikaanse Burgeroorlog verloor Lizzy haar zoon (die als blanke soldaat geregistreerd was, wat zijn zichtbaar niet-witte moeder later heel wat bureaucratische rompslomp zou opleveren). Het verdriet heeft haar misschien meer doen delen met Mary, die zelf al een jong kind had begraven. Er ontstond een vriendschap. Een paar maanden later overleed Mary’s zoon Willie aan tyfus. Lizzy had Willie helpen verplegen en president Lincoln barstte voor haar ogen in tranen uit toen hij het opgebaarde lichaam van zijn zoon zag. Lizzy werd onderdeel van de Lincoln’s inner circle en werd Mary’s vertrouwelinge. Door haar huidskleur zag Mary haar niet als rivale, in tegenstelling tot de andere vrouwen die hun opwachting in het Witte Huis maakten.

Tienduizenden zwarte vluchtelingen kwamen tijdens de oorlog naar Washington, met alleen vodden om het lijf. Lizzy organiseerde fundraisers om kleren, beddengoed en schoenen voor ze te kopen. Ook toen ze met Mary en haar zoon Tad naar New York ging (haar eerste keer in het Noorden) zamelde ze daar geld in, bij zowel de zwarte middenklasse als witte sympathisanten. Mary hielp mee door geld los te peuteren bij haar man. Mary’s houding ten opzichte van zwarte mensen begon mede door Lizzy te verschuiven.

Lizzy Keckly was in het Witte Huis in tijden van historische veranderingen. Ze maakte mee hoe de slavernij door Lincoln werd afgeschaft in januari 1865. Hoe er voor het eerst enkele zwarte mensen (zoals Frederick Douglass) door de president van de V.S. in het Witte Huis werden ontvangen. Hoe sommige politieke posities werden opengesteld voor zwarte mannen en hoe voor het eerst in de geschiedenis zwarte mensen werden toegelaten tot het publiek toen de president zijn overwinningsspeech hield. De sociale verschuivingen waren overal merkbaar.

Richmond, de hoofdstad van de Confederates, viel in april 1865 in handen van de Union. De Lincolns gingen er meteen naartoe en Lizzy, die daar geboren was, ging mee. “In the Virginia statehouse, where the Confederate congress had met, Lizzy picked up a sheaf of papers from the piles that were scattered about and found herself holding ‘the resolution prohibiting all free colored people from entering’ Virginia. She sat in the chairs of Jefferson Davis and Vice President Alexander H. Stephens. Afterward, they toured the Davis mansion.” (p.282) De echtgenote van Davis had Lizzy aan het begin van de burgeroorlog gevraagd om met hen mee te gaan naar het Zuiden, waar ze ‘goed voor haar zouden zorgen’. Lizzy had dit verzoek serieus overwogen. Dat meneer Davis tegelijkertijd Lizzy’s bestaan illegaal wilde verklaren is weer een van die wonderlijke tegenstrijdigheden van dit tijdperk.

Terug in Washington hield Abraham Lincoln een toespraak voor duizenden mensen. Zijn moordenaar stond in het publiek, woedend over “nigger citizenship” (p.284). De volgende dag was Lincoln dood.

Mary zonk weg in verdriet en de torenhoge schulden die ze jarenlang gemaakt had door haar manische gewinkel. Lizzy bleef een succesvolle zakenvrouw en steeg zelfs verder op de sociale ladder terwijl Mary zichzelf isoleerde en hoe dan ook weinig vrienden over had. Lizzy was Mary’s trouwste vriendin in de periode na Lincoln’s dood. Ze deed later nog een uitgebreide poging om te helpen door (op haar verzoek) Mary’s verzameling luxe outfits te koop aan te bieden maar niemand had interesse. Gevolg was wel dat het hele land nu wist van de schulden van Mary Lincoln en haar kastijdde voor zowel haar uitgavepatroon als het zichzelf zo publiekelijk te schande maken.

Op dit punt besloot Lizzy haar memoires te schrijven. Want het was niet alleen Mary Lincoln’s goede naam die te grabbel werd gegooid. In eerste instantie leidde het boek tot (nog meer) sensationele krantenkoppen maar uiteindelijk verkocht het niet goed. De vriendschap implodeerde. Mary voelde zich verraden. Ze verbrak de band met Lizzy voorgoed, zoals ze al zovelen uit haar leven had gebannen.

Zoals ook met Harriet Jacobs en haar boek gebeurde, werd Elizabeth Keckly’s bestaan later in twijfel getrokken. Alleen waren er toen nog mensen in leven die haar gekend hadden en protesteerden. Zo is er in onze eeuw genoeg informatie beschikbaar om haar levensverhaal te reconstrueren.

Dit is een goed leesbaar, informatief boek. Mary Lincoln komt niet bijster sympathiek over maar tegelijkertijd wordt invoelbaar gemaakt waarom ze zo in elkaar zat. Elizabeth Keckly komt ook tot leven en dat is een stem of aanwezigheid die ik in andere boeken over dezelfde periode vaak mis. Ik ben blij dat ze haar eigen verhaal op papier heeft gezet want daardoor hebben wij nu een inkijkje in haar hoofd en leven.

Plaats een reactie