Ross Macdonald – The Underground Man

Privédetective Lew Archer raakt op een ochtend in gesprek met een buurjongen en zijn ruziënde ouders. Een paar uur later lijkt het erop dat de vader de zoon heeft gekidnapt. Archer gaat op onderzoek uit terwijl een grillige bosbrand steeds verder oprukt.

Macdonald neemt zijn tijd maar als het verhaal eenmaal op gang is gekomen wordt het spannend. Archer’s bevindingen maken duidelijk dat de jongen in gevaarlijke handen is gevallen en het Californische vuur maakt de tijdsdruk nog concreter. Die dubbele dreiging werkt overtuigend.

Dit boek stamt uit 1971 maar alles aan The Underground Man doet in eerste instantie nog ouder aan. Uit het verhaal is op te maken dat het na de Tweede Wereldoorlog speelt maar het is nog steeds een tijd waarin mid-twintigers al jaren een gezinnetje vormen inclusief eigen huis en auto. Er komen opmerkingen voorbij als “It can be tough on a man, to be married to a woman smarter than he is” (p.18). Dat lijkt me nou een stuk moeilijker voor de vrouw in kwestie. De man-vrouw verhoudingen kunnen een scheut emancipatie gebruiken.

Als het dan gaat over “longhairs” en “acid” wordt het duidelijk: we zijn hier in de jaren ’60. Naarmate het verhaal vordert krijgt het generatieconflict steeds scherpere contouren. Dat conflict heeft verregaande gevolgen voor letterlijk alle betrokkenen in het steeds complexere web van misdaad.

In de loop van het verhaal blijkt Lew Archer wat moderner dan ik eerst dacht. Hij heeft oog voor de psychische problemen van de mensen waar hij mee te maken krijgt en hij ziet hoe de weigering van de oudere generatie om te communiceren grote problemen veroorzaakt bij hun kinderen. Als een personage tegen hem zegt dat hij de politie niet op zoek wil laten gaan naar zijn dochter omdat de LAPD eerst schiet en dan vragen stelt, kan Archer hem geen ongelijk geven. Ook stipt de auteur steeds het verschil aan tussen de levens van de rijke mensen die Archer inhuren en degenen die voor hen werken. Ross Macdonald verwerkt zo steeds op subtiele wijze stukjes maatschappijkritiek in zijn roman.

De schrijver en de hoofdpersoon beschikken over psychologisch inzicht en gaan eleganter met mensen om dan andere, hoekiger privédetectives in vergelijkbare series. Wanneer Archer het sexisme van een andere man voor zijn neus verwerpt, voelt dat als een miniscule revolutie in detectiveland.

Macdonald schrijft mooie zinnen en rake typeringen: “Her grief still clung to her body like a perfume” (p.118); “She looked around the room as if it was a recurrent nightmare she had” (p.129). De plot zit goed in elkaar en het verhaal blijft boeien. Al moest ik soms even terugbladeren om helder te krijgen wie ook alweer wie was en was niet elke wending even geloofwaardig. De verwikkelingen blijven tot aan het eind complex. Al met al ben ik heel benieuwd geworden naar de rest van Macdonald’s oeuvre.